Buitenlandreis - Weserbergland
- Details
- Gepubliceerd: woensdag 06 november 2024 21:58
Italië is natuurlijk regelmatig de bestemming van onze buitenlandreizen, maar waarom niet wat afwisseling?
Daarom dit jaar naar het Weserbergland, het dal van de rivier de Weser en de glooiende heuvels daaromheen, makkelijk binnen een dag aan te rijden. Het is een weinig toeristisch deel van Duitsland. Er zijn ongetwijfeld gebieden met een meer uitgesproken uitstraling, zoals de Eiffel en het Teutoburger Woud, maar het aantrekkelijke landschap met veel bossen en landbouwgebied en met tal van vriendelijke (vakwerk) stadjes stelde zeker niet teleur. Ook heel prettig waren de ruime, rustige en prima geasfalteerde wegen. En: geen enkele verkeersdrempel gezien!
38 deelnemers verzamelden zich in het comfortabele Waldhotel Bärenstein voor een gevarieerd programma. Wouter en Jozien hadden dit zorgvuldig voorbereid zodat rijden en toeristische attracties elkaar afwisselden. Iedere deelnemer zal zijn eigen favorieten hebben. Voor mij persoonlijk waren dat de glooiende wegen met lange bochten waar de 2000 Coupé zich prima thuis voelde. Voor een paar ritten hebben Jack en ik ons bij Leo aangesloten in diens fraaie Thema met de V6 Busso motor. Geen straf!
Wat toerisme betreft sprongen er voor mij een paar dingen uit. Ten eerste het Heinz Nixdorf Museum in Paderborn, gewijd aan de geschiedenis van automatisering. Geen stoffige planken met oude apparaten, maar een levendige reis langs alles wat nodig was om de huidige computers, mobiele telefoons en verworvenheden van de automatisering mogelijk te maken te beginnen met het allereerste schrift en de ontwikkeling van de rekenkunde. Fascinerend.
Ten tweede het motor- en automuseum PS Speicher in Einbeck, gevestigd in een oude graansilo. De auto’s en motoren stonden niet in lange rijen, maar werden gebruikt ter illustratie van de geschiedenis van de mobiliteit, met al zijn voordelen (individuele vrijheid om je te verplaatsen) en nadelen (verontreiniging, uitputting van natuurlijke hulpbronnen). En gelukkig zijn de stadjes ook nog eens autovriendelijk, met parkeerplaatsen en – garages op loopafstand van het centrum.
In één parkeergarage kon alleen met contant geld betaald worden. Ik keek wat aarzelend in mijn portemonnee waar alleen een paar kleine muntjes te vinden waren, maar dat bescheiden bedrag bleek ruim genoeg om tot en met de lunchpauze te kunnen parkeren. Kom daar in het centrum van Amsterdam eens om!
Roel Vaessen